Approbatie
De 'Acte van Approbatie' was eigenlijk een herhaling van wat er in het testament van 1742 bepaald werd, en dan vooral over de rol van Cornelis van Wiert en Anthonij Walscher hierin. Het staat in de akte als volgt omschreven:
Begerende verder dat de verbondene goederen, so lang het verband sal duuren sullen worden geadministreert door de twee eerste comparanten als Executeuren van sijn testament, en Voogden over sijn minderjarige erfgenamen ende dat de suyvere vrugten van dien jaarlijks sullen worden uijtgekeert, als in dat testament breder word gemeld.
Voordat Cornelis en Anthonij hun werkzaamheden als voogden en administrateurs konden beginnen, moest deze overeenkomst goedgekeurd worden door de Hoge Raad van Holland, Zeeland en Friesland.
Belovende het selve in alle syne poincten, en deelen te sullen agtervolgen en nakomen, betuijgende te vreden te wesen om sig, en die sy in dese representeeren, conform voorsz: uytterste wille, in den inhoude en nakomen van dien door den Ed: Hogen Raade in Holland te laten condemneeren.
Op 25 juni 1744 waren Cornelis van Wiert en Anthonij Walscher in Den Haag bij de Hoge Raad om de Acte van Approbatie te laten goedkeuren. Hendrik Vestering, de meerderjarige zoon van Gijsbert Vesteringh en Elisabet Mateus, was daar ook bij.
Later meer over het Fideï-commis ...
volgende pagina