dV-90 - Stichting Familiehistorie Westera Wilkens

Verveners & Turfdragers
Title
Ga naar de inhoud

Toestemming van de koning


Het voltrekken van het huwelijk tussen Jan van Oost en Janna Obbes Visser heeft nogal wat voeten in de aarde gehad. Al vroeg in 1823 moest Jan van Oost in actie komen voor zijn huwelijk dat uiteindelijk in november van datzelfde jaar voltrokken werd in Veendam. In de huwelijksakte staat ook precies vermeld wat het probleem was: hij was niet in staat een akte van geboorte of een akte van bekendheid te overleggen. Hij was geboren in Oost-Indië, en hij wist niet wie zijn ouders waren.
De tekst uit de huwelijksakte van 10 november 1823:
Jan van Oost, van beroep Stelmaker, woonachtig te Veendam tot dus verre aan de Nationale Militie hebbende voldaan; declarerende voorts, dat hij onder de slaven gebooren en in zijne eerste kindschheid als slaaf uit zijn geboorteland weggevoerd; vervolgens in den Jare achttienhonderd en tien, toen hij zeven jaren oud was, herwaards is overgebragt, zoodat hij onbekend is met de namen zijner ouders, en alzoo in de onmogelijkheid verkeert eene acte van geboorte of toestemming zijner ouders te kunnen produceren, maar daarentegen aan mij Schout heeft ter hand gesteld, teneinde bij deze huwelijksacte te blijven berustende, een besluit van Zijne Majesteit den Koning, de dato dertigsten July laatstleden, numero zesendertig, te Brussel gegeven, waarbij de Ambtenaar van den burgerlijken Stand alhier is gemagtigd, den comparant tot het aangaan van een wettig huwelijk toetelaten, zonder overlegging der acte van geboorte of bekendheid, mitsgaders zonder blijk van de toestemming der ouders of grootouders, of van derzelver overlijden, […].

Zoals hiervoor vermeld staat, heeft de koning toestemming moeten geven aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand, om zonder de normaal benodigde papieren het huwelijk te voltrekken. In het Nationaal Archief is het verzoek te vinden dat Jan van Oost door een advocaat liet sturen aan koning Willem I. Hierin wordt er op gewezen dat Jan van Oost geen geboortebewijs kan leveren omdat hij geboren is onder de slaven en het slachtoffer is van "barbaarschheid".
Dat hij door zijne geboorte in de nabijheid van een land, waar tot schande der menschheid, ten tijde van zijnen jeugd althans, de menschenhandel en roof onder de gewone en geoorloofde zaken gerangschikt wierden, het slachtoffer van die barbaarschheid geworden zijnde - ten gevolge daarvan in zijne kindsheid van zijne maagdschap is afgerukt, zoodat het hem onmogelijk is dienaangaande eenig narigt te geven, veel minder eenig bewijs van derzelver leven, dood of consent van het door hem voorgenomen huwelijk te produceren.


Overigens begint het verzoek van Jan van Oost met de uitleg hoe hij vanuit Oost-Indië in Nederland terecht gekomen is. Hij is door wijlen luitenant-kolonel Muntinghe als slavenjongen in 'dit Rijk' ingevoerd. Over die reis van Jan van Oost en Pieter Muntinghe is meer te lezen in Jan van Oost op "De Javaan".
Door de toestemming van de koning, die uiteindelijk kwam op 30 juli 1823, kon het huwelijk worden gesloten op 10 november en hoefde Jan van Oost niet zijn hele leven ongehuwd blijven. In de stukken bij het Koninklijk Besluit staat het als volgt omschreven:
Dat geene der bestaande zwarigheden op de gewone wettelijke wijze kunnen worden opgeheven, en dat de Suppliant (Jan van Oost) zijn geheele leven ongehuwd zou moeten blijven, ten ware Uwe Majesteit hem dispensatie geliefde te verleenen, waarvoor, naar 's Ministers inziens, allezins redenen bestaan.


-
© 2003-2024   Stichting Familiehistorie Westera Wilkens
Terug naar de inhoud