Hoofdmenu:
Nog meer averij
In één van de Verhalen van Groningen gaat het over Wijndelt Roelfs Suk, een schipper uit Veendam en een van onze voorouders, die in 1770 nogal wat pech had tijdens een tocht van Stettin naar Amsterdam. Hij deed er uiteindelijk een jaar over om de lading hout op de plaats van bestemming te krijgen.
Al eerder, in 1765, had Wijndelt Roelfs Suk in verband met schade te maken met de Bank van Assurantiën en Avarijen in Amsterdam. Op 18 september van dat jaar waren ze in Gothenburg begonnen met het laden van porcelain en thee. Al snel na het vertrek zagen ze zich door tegenwind genoodzaakt terug te keren naar de haven.
Op 5 oktober van dat jaar vertrok hij vervolgens wel uit Gothenburg, en al snel kwam hij in een storm terecht, die dagenlang aanhield. Bij Borkum was het onmogelijk om het schip van wal te houden en werden ze naar het eiland geblazen. Ze stootten zwaar aan de grond, en zagen zich daar genoodzaakt het anker uit te gooien. Op de zestiende oktober stormde het uit het noord-
Een smakschip, zoals De Drie Gebroeders waarop Wijndelt Roelfs Suk schipper was.
In Delfzijl bleven ze tot 12 november, waarna ze via Terschelling naar Amsterdam voeren. Ze arriveerden daar op de zeventiende van die maand.
Het was natuurlijk niet zo´n lange tocht als waar ´Een Veendammer schipper met heel veel pech´ over gaat. Maar ook hier duurde het nog tot 21 maart 1766 voor de schade-